Vertrouwen

Het Mentale Uniform bestaat niet alleen uit zaken die je op individueel niveau kunt doen. Ook het team waarin je werkt, levert een belangrijke bijdrage aan je mentale gezondheid.

Eén van de belangrijkste en meest basale waarden voor ieder team is vertrouwen. De Dikke van Dale geeft voor het woord vertrouwen een prachtige definitie: met zekerheid hopen.

We hopen met zekerheid dat onze collega’s het beste met ons voor hebben. Ik hoop met zekerheid dat mijn collega met de beste intenties zijn/haar werk doet. We hopen met zekerheid dat onze teamleider het beste met ons voorheeft. Als je die zekerheid hebt, geeft dat rust en een gevoel van veiligheid. Twee belangrijke ingrediënten voor mentale fitheid.

Er is een oud gezegde over vertrouwen: het komt te voet en het gaat te paard, oftewel: het is makkelijker iemands vertrouwen te beschadigen dan te krijgen.

Als je wil weten of jij vertrouwen hebt in het team waarin je werkt, kun je jezelf de volgende vragen stellen:

  • Moet ik mezelf groter of kleiner voordoen om ‘erbij te horen’?
  • Durf ik uit te spreken wat ik vind en denk?
  • Wordt mijn mening gehoord en gewaardeerd?
  • Geef ik het beste van mezelf zonder in te houden?

Als je wil weten of jij binnen het team te vertrouwen bent, kun je jezelf deze vragen stellen:

  • Spreek ik mét mensen in plaats van óver hen?
  • Klaag ik over allerhande zaken, of draag ik bij aan groei en verandering/verbetering ervan?
  • Laat ik mezelf aanspreken als een ander vindt dat ik iets verkeerd doe?
  • Deel ik persoonlijke zaken, die van invloed zijn op mijn functioneren?

In ons vak is het belangrijk dat we in een split second op elkaar kunnen rekenen. Daar waar het goed gaat, geeft dat een heel tof gevoel van hecht teamwork. Hoe groot of hoe klein (2) dat team ook is.

Als een casus stroef loopt, komt er gemakkelijk zand tussen de tandwielen van vertrouwen als na afloop niet wordt besproken waar de haperingen zaten.

Ik geloof dat we hier nog een flinke verbeterslag kunnen maken.

Je hebt net samen met een andere ambu een reanimatie gehad. Er was onduidelijke communicatie over en weer, de beademing liep niet lekker, de 2 minuten blokken werden niet aangehouden, het werkplekmanagement liet te wensen over, er werd onvriendelijk met elkaar gesproken. Zelf greep je constant mis in de spoedtas. Er was wel ROSC, dus nu sta je met zijn vieren in de ambulancehal van het ziekenhuis met een bak koffie.

“En? Hadden jullie nog dingen die beter konden? Liep lekker toch? Hij heeft weer eigen ritme, dus we hebben lekker gewerkt!”

Jij en je collega schromen teveel om open en eerlijk te evalueren en er klinkt al snel over en weer: “De volgende bij ons! Mazzel!”

Vervolgens bespreek je alle zaken die je niet goed vond gaan met je collega, die het helemaal met je eens is. En waarschijnlijk doen ze dat in de andere auto ook.

Zo gaat vertrouwen te paard. Of per ambu in ons geval.

Er zit iets heel eigenaardigs in ons vak, wat het zo moeilijk maakt om open en vrij te evalueren. We weten allemaal wel dat het belangrijk is. En toch doen we het niet graag.

Dat komt doordat we er moeten staan als het erop aankomt. We moeten niet twijfelen maar handelen. Niet treuzelen maar doorpakken. Dat vraagt een ongekende overtuiging dat je weet wat je doet. Geen twijfel aan jezelf, maar vertrouwen in je eigen kennis en kunde. Als je bij een anafylactische shock te lang twijfelt of je wel echt Adrenaline gaat geven, kun je de huisarts bellen om te schouwen.

Omdat we snelle fixers zijn, overtuigen we onszelf vaak, dat we daarom zeker van onze zaak zijn. Ook als dat niet zo is. Ook als we niet lekker in ons vel zitten, niet een protocol paraat hebben, niet weten welke medicatie we moeten geven, niet weten wat de beste behandeling is. We houden met elkaar liever de mythe van zelfverzekerdheid in stand, dan dat we onszelf of elkaar kwetsbaar maken.

En daar zit het eigenaardige. Want we zijn in dit vak juist kwetsbaar. We lopen 30 keer meer kans op een ernstig ongeval tijdens een spoedrit. We kunnen maar beperkt onderzoek bij een patiënt doen en toch moeten we beslissen of we presenteren of niet. We werken ‘s nachts, terwijl we overdag niet goed konden slapen doordat er geen oppas was voor de kinderen. We hebben een rugzak vol ervaring, die er regelmatig voor zorgt dat we vooringenomen een casus binnenstappen. We staan bij gruwelijke incidenten met onze neus erbovenop en zijn geneigd om emotioneel te desensibiliseren.

We zijn kwetsbaar. Maar we doen alsof het niet zo is. Zodat we zelfverzekerd kunnen zijn.

Als we daar niet bewust tegenin gaan, ontstaat een teamcultuur van onkwetsbaarheid.

Tip #9

  • Bespreek als team hoe het onderlinge vertrouwen is.
  • Ontwikkel als team gewoontes, die bijdragen aan het openbreken van de mythe van onkwetsbaarheid.
  • Accepteer als team niet, dat er óver mensen gesproken wordt.