In zijn boek “Verbinding verbroken” beschrijft onderzoeksjournalist Johann Hari, na een wereldwijde zoektocht, negen oorzaken van depressie en angststoornissen. Negen oorzaken. Universeel. Het zijn negen verbroken verbindingen. Treffend vind ik het, dat hij als eerste deze verbroken verbinding beschrijft: “Verbinding verbroken met zinvol werk.” Hij beschrijft met chirurgische precisie hoe de mens depressief of extreem angstig kan raken wanneer hij werk doet, dat hij als zinloos ervaart. Hij laat Joe aan het woord, die vertelt hoe het werk als verfmenger, waarbij niemand het uitmaakt wie de verf mengt en hijzelf geen enkele betekenis aan het werk geeft, hem gevoelloos maakt en uiteindelijk depressief:
Als je jezelf elke dag urenlang moet verdoven om je dag door te komen, is het lastig om dat uit te schakelen wanneer je thuiskomt, en je dan weer betrokken te voelen bij de mensen van wie je houdt (pagina 71)
Misschien is het wat vreemd juist dit boek in deze context te citeren. Want wij doen toch juist heel zinvol werk? Dat weet iedereen! Wij zijn de reddertjes van 112! Zinvoller werk is nauwelijks voor te stellen.
Het gaat er niet om, of het werk op zichzelf nuttig is. Het gaat erom of het voor jou zingevend is. En dat laatste is alleen mogelijk door emotionele ervaring van dat werk. Onszelf emotioneel afsluiten lijkt een heel handig instrument om het werk te doen, dat we zo graag doen. Maar als je je emoties over langere periodes onderdrukt, zonder voldoende ontspanning tussendoor, waarin de emoties weer zijn toegestaan (en niet verdoofd), vormt het een bedreiging voor jezelf. We kunnen de verbinding met zingevend werk verliezen, terwijl we zulk zinvol werk doen. Als je dit bij jezelf merkt, is het een signaal, dat je mentale blessures hebt, die verzorging behoeven. Voorbeeldje om jezelf een beetje te checken?
“Gaan we weer. A1! Weer een POB, dat is toch niks!”
“Buikpijn. Bel je toch geen 112 voor? Wat een onzin! Is dit niet gewoon iets voor de huisarts?”
Neurowetenschapper Jean Decety bewees: desensibilisatie voor onze eigen pijn of die van anderen leidt tot een algehele afstomping van emotionele gevoeligheid (The Contribution of Emotion and Cognition to Moral Sensitivity: A Neurodevelopmental Study, 2012 en Neuroscience Approaches to Interpersonal Sensitivity, 2007).
In zijn boek ‘Traumasporen’ beschrijft psychiater Bessel van der Kolk hoe ons lichaam de score bijhoudt van traumatiserende ervaringen. De ondertitel is hoopgevend: Het herstel van lichaam, brein en geest na overweldigende ervaringen.
Als me iets uit dit boek is bijgebleven, dan is het wel het belang van het luisteren naar je eigen lichaam. Want dat houdt de score bij. Het slaat de onderdrukte emoties op. Je lichaam zal je dus vertellen of iets je heeft geraakt of niet. Als je een smart watch hebt, kun je onder andere aan je rusthartslag en je ademhaling in rust al aardig zien wat je lichaam heeft opgeslagen.
Daarnaast zijn moeheid, pijnlijke spieren, rugpijn of maagklachten ook signalen die een hint kunnen geven. Om deze te ervaren, is het wel zaak om te ontspannen zonder jezelf te verdoven.
Ik zou nog even terugkomen op het begrip meedogende nieuwsgierigheid. We zijn door de hoge taakeisen van ons werk nogal geneigd om onszelf (en daarmee de ander) hard af te rekenen als iets niet optimaal verloopt. Dat is nogal oneerlijk. We gaan met positieve bedoelingen op pad om hulp te verlenen. We bereiden ons goed voor, trainen en zorgen ervoor dat we bekwaam zijn. Als de uitkomst van onze hulpverlening dan een ongewenste is, lijken we onze eigen motivatie ineens in twijfel te trekken: “Hoe kan ik zó stom zijn om de verkeerde afslag te nemen? Wat een eikel!” Vóór de inzet was ik nog een positief ingestelde hulpverlener, na één verkeerde inschatting onder invloed van verschillende factoren, ben ik een eikel. Wonderlijk. Of toch niet?
In het boek “Ons feilbare denken” beschrijft psycholoog Daniel Kahneman hoe we als mens ongeveer 95% van de tijd ons automatische brein gebruiken. Dit doen we om brandstof te besparen.
Hij beschrijft in het boek bizarre manieren waarop dat automatische brein werkt, zonder dat we dit door hebben. Eén psychologisch effect dat hij beschrijft, is de bias van achterafkennis. Deze vooringenomenheid werd voor het eerst aangetoond door Baruch Bischhoff. Toen president Nixon in 1972 een bezoek ging brengen aan China en Rusland, tijdens de koude dagen van de koude oorlog, liet hij een grote groep respondenten een enquête invullen naar de verwachtingen die zij hadden van het bezoek. Met een score moesten ze aangeven hoe waarschijnlijk ze het bijvoorbeeld achten, dat Mao Zedong in zou stemmen om Nixon te ontmoeten.
Na Nixons terugkeer liet hij de respondenten zich achteraf herinneren hoe zij de verschillende uitkomsten hadden ingevuld. Het resultaat was verbluffend en goed voor ons om eens over na te denken. Als een verwachting was uitgekomen, dan overdreven de deelnemers de waarschijnlijkheid die ze er aan hadden toegekend. Als een mogelijke gebeurtenis zich niet had voorgedaan, dan herinnerden de respondenten zich abusievelijk dat ze de mogelijkheid altijd al als onwaarschijnlijk hadden beschouwd!
Met andere woorden, ons automatische brein past onze herinnering aan onze eerdere inschatting aan: aan de uitkomst. In een casus die niet helemaal goed is gegaan, kunnen we dus achteraf, als de uitkomst een ongewenst resultaat heeft laten zien, denken dat we het van tevoren al zagen misgaan. En dat brengt ons in conflict met onszelf. Want als we zagen dat het mis zou gaan, waarom hebben we dan niet anders gehandeld?
Kennis van dit soort psychologische processen, die nu eenmaal onderdeel zijn van hoe ons brein werkt, kan ons helpen tijdens een casus. Het zou ons echter ook moeten aansporen om met een grote mate van mildheid naar ons eigen en andermans handelen te kijken. Achteraf.
Want: we komen naar de post om hulp te verlenen. Niet om een patiënt te schaden. We kiezen altijd de op dat moment meest logische en meest gunstige optie voor de patiënt tijdens de casus. Als dit anders uitpakt is het goed om te leren. Te ontwikkelen. Verantwoording af te leggen. Met mildheid, wetend dat we met de juiste intentie hebben gehandeld en achteraf nooit 100% zuiver meer kunnen herinneren hoe we er precies in stonden. Omdat we inmiddels met achterafkennis te maken hebben.
Vervolgens is het goed om actief te ontspannen. Vrij te zijn. Te slapen. Te wandelen, te sporten, gezond te eten: de optimale omstandigheden creëren waarin ons lichaam weer tot rust komt en onze emoties er volledig mogen zijn. En dan goed te luisteren.