Met de opkomst en ontwikkeling van computers is er een vreemd idee ontstaan over ons eigen denkvermogen. Doordat computers zijn uitgerust met meerdere processoren, kunnen ze gelijktijdig verschillende processen draaiende houden. Zo kan je telefoon op Google Maps de weg wijzen, terwijl je aan het bellen bent.
We denken daardoor dat we als mens ook in staat zijn van alles tegelijk te doen, zonder dat dit de kwaliteit van onze handelingen verlaagt. Helaas is dat niet het geval. We kunnen naast een activiteit van ons bewuste brein wel iets doen dat min of meer automatisch en onbewust gaat, maar niet twee bewuste denk acties tegelijk.
Als je op een lege snelweg rijdt en je kent de route, dan kun je tegelijk ook wel een gesprek met de passagier naast je voeren.
Diezelfde passagier verzoek je echter vriendelijk even te stoppen met praten, wanneer je met spoed door een drukke, vreemde stad rijdt, onderweg naar het ziekenhuis met een slechte patiënt achterin.
Dat tweede ding, dat erbij komt, noemen we afleiding. Afleiding van datgene wat je deed.
Door de hoeveelheid afleiding en informatie, die we op een dag verwerken, is ons concentratievermogen bedroevend achteruit gegaan. Uit een onderzoek onder Amerikaanse studenten bleek, dat de gemiddelde deelnemer elke 65 seconden van taak wisselt en zich slechts maximaal 19 seconden geconcentreerd op één taak richt.
Een gemiddelde Amerikaan op kantoor bleek uit ander onderzoek slechts 3 minuten geconcentreerd aan een taak te werken (De Verloren Aandacht, Johann Hari).
“Ach,” denk je misschien, “Een beetje minder concentratie is ook wel lekker ontspannen.”
Het is niet alleen ons concentratievermogen dat achteruit holt, maar ook je intelligentie staat in de achteruit door veelvuldig ‘multi-tasken’. Dit wordt verklaard vanuit het constant moeten schakelen tussen de verschillende informatiebronnen.
Je leest een bericht van een vriend en wil reageren. Maar net als je begint met typen, hoor je op je laptop een melding dat je mail hebt. Je checkt even wat er binnen is gekomen. Je ogen schieten over het scherm en je constateert dat je morgen een andere invulling van je dag hebt, dan dat je verwacht had. Je pakt je telefoon en denkt: “Wat ging ik ook alweer doen?”
Deze voortdurende schakelingen nemen zoveel capaciteit in beslag, dat je denkvermogen achteruit gaat (tijdens een IQ test met afleidingen ging de score bij de proefpersonen met 10 punten achteruit. Bij mannen meer dan bij vrouwen).
Daarnaast vindt er nog een aanslag op je brein plaats. Op je Prefontale Cortex om precies te zijn. Deze heeft onder andere als functie om te bepalen welke informatie er wordt doorgelaten en filtert steeds hoe relevant informatie is. Hiermee voorkomt het, dat je teveel denktaken tegelijk doet.
Want we kunnen briljante dingen (be)denken, maar niet tegelijk. Door het bombardement aan informatie, die op je af komt als je alleen al op Facebook, Instagram of LinkedIn zit te swipen, raakt je Prefontale Cortex overbelast. Alsof er een DDOS aanval op een server van KPN wordt uitgevoerd, waardoor de 112 niet bereikbaar is.
Je mentale uniform op peil houden, vraagt dus om minder afleiding en daardoor meer aandacht voor wat er nu en hier in jouw (echte) leven speelt. Dat is een behoorlijke uitdaging!
Tip #20:
- Laat je telefoon thuis als je naar je werk gaat (de LPA app zit op de telefoon van de ambu en je kunt een pinpas meenemen om te betalen voor je lunch).
- Kijk thuis geen mail en app berichten van je werk.
- Zet de notificaties van al je apps op je telefoon helemaal uit.
- Neem bewust tijd om lekker voor je uit te staren, voeten omhoog en je gedachten de vrije loop. Dit is ook aandacht, maar zonder focus.
- Ga zonder telefoon de natuur in.